U heeft er misschien nog nooit van gehoord, maar de omgevingswet staat op het punt ingevoerd te worden. De wet is al vele malen uitgesteld, maar op 1 januari 2022 gaat de wet daadwerkelijk in. Deze wet hangt nauw samen met wet- en regelgeving rond de openbare ruimte. Deze wet zou alles makkelijker maken, maar is dat ook zo?
De omgevingswet in het kort
In feite worden de oude regels bijgewerkt. Zesentwintig wetten worden gebundeld en laten ruimte voor bestuurlijke overwegingen. Denk hierbij aan wet- en regelgeving op het gebied van architectuur, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Dus we gaan van 25 wetten naar 1. Daarnaast zijn de algemene bestuursrechtelijke maatregelen sterk opgeschort. We gaan van 60 algemene maatregelen van bestuur naar 4. Alles wordt makkelijker te regelen. Er komt 1 duidelijke omgevingsregeling in plaats van 75 ministeriële regelingen. In de nieuwe omgevingswet staat participatie centraal. Burgers en ondernemers nemen zoveel mogelijk deel aan de ontwikkeling van de leefomgeving.
Wat is er zo goed aan het omgevingsrecht?
Het bundelen van de wetten in de omgevingswet is een goede stap op weg naar interactieve besluitvorming. Inwoners van gemeenten hebben meer inspraak in de leefbaarheid in de openbare ruimte. Zo kunnen ze hun eigen invulling geven aan de openbare ruimte. De Omgevingswet bevat zes kerninstrumenten om de wet zo goed mogelijk uit te voeren. Niet alle kerninstrumenten staan open voor burgerparticipatie, maar bij het formuleren van de omgevingsvisie of omgevingsplannen kunnen burgers meedenken en hun mening geven. Het kerninstrument omgevingsvergunning vereist het ultieme niveau van burgerparticipatie. Dit houdt in dat burgers en andere partijen zelf aanvragen voor vergunningen kunnen indienen om hun openbare ruimte naar behoeve in te richten. Zo wordt het wonen voor u een stuk comfortabeler. Door deze wet wordt de samenwerking tussen gemeente en burger intensiever dan ooit.